Het ontstaan van de ‘Fit in 30 minuten’ methode
In 1980 onderzochten Arthur Jones en Ken Hutchins of zij vrouwen met osteoporose konden helpen om hun botdichtheid en mobiliteit terug te krijgen. Dit wilden zij doen met de Nautilus apparaten die Arthur Jones had uitgevonden in combinatie met de trainingen van Ken Hutchins. Al snel bedacht Hutchins dat een gewone training gevaarlijk kon zijn voor de vrouwen. Deze trainingen waren explosief en dit kon het risico met zich mee brengen dat de al beschadigde botten nog meer zouden kunnen beschadigen. Zo bedacht Hutchins om alle bewegingen drastisch te vertragen, zelfs tot het slow motion bewegingen werden. Hij kwam er achter dat de bewegingen op deze manier inderdaad veiliger waren voor de vrouwen. Maar hij kwam er ook achter dat de vrouwen sneller spiermassa opbouwden dan bij een normale manier van training. Vervolgens probeerde hij diezelfde methode uit op ‘gezonde’ personen. De trainingen hadden hetzelfde effect als de hoge intensiteit trainingen, maar dan zonder het gevaar van blessures en hoge gewichten die snel verplaatst moesten worden.
Hutchins kwam erachter dat de slow motion bewegingen werkten op een groot aantal spiervezels. Daarnaast was er geen sprak meer van onnodige momentum en zorgde de training voor een goede houding en controle. Door de spieren in een korte set uit te putten, kregen de mensen dezelfde effecten als een volledige workout, maar dan in een kort tijdsbestek! Zo is de Fit in 30 minuten methode ontstaan.